De centrumrechtse regering in Zweden wil voldoen aan de afspraken van het Parijsakkoord met de bouw van tien nieuwe kernreactoren. Volgens critici komen die te laat en zijn ze duur en riskant. Voorstanders wijzen op de voordelen van stabiele energievoorziening.

Geleidelijk zou kernenergie in Zweden worden afgeschaft, zo was het in 1980 na een niet-bindend referendum afgesproken. In 2016 stemde een politieke meerderheid voor vervanging van de overgebleven zes reactoren aan het einde van hun levensduur. Partijen die traditioneel tegen kernenergie waren, gingen ervan uit dat hernieuwbare energie — door technologische ontwikkeling en dalende prijzen — kernenergie zou verdringen.

Maar nu gooit de centrumrechtse regering van Ulf Kristersson (Gematigde Uniepartij) het over een andere boeg. Om te kunnen voldoen aan de verwachte verdubbeling van de elektricteitsvraag (tot 300 terawattuur in 2040) en tot de eerder beloofde nuluitstoot in 2045 te komen, kiest Zweden voor kernenergie. De eerder vastgelegde doelstelling 100% hernieuwbaar wordt gewijzigd in 100% fossielvrij

Onlangs kondigde de minister van klimaat Romina Pourmokhtari tijdens een persconferentie aan de hoeveelheid kernenergie de komende twintig jaar te willen verdrievoudigen. Dat vereist de bouw van tien nieuwe reactoren.

De nog geldende wettelijke beperkingen staan volgens de minister ‘een moderne visie op kernenergie in de weg’. De regering werkt aan een wetsvoorstel voor de versoepeling van de regelgeving en het schrappen van onder meer het plafond op het aantal kernreactoren en het vetorecht van gemeenten.

De eerder vastgelegde doelstelling 100% hernieuwbaar wordt gewijzigd in 100% fossielvrij. ‘We hebben behoefte aan een grotere elektriciteitsproductie, schone elektriciteit en een stabiel energiesysteem’, verklaarde minister van financiën Elisabeth Svantesson in het parlement. Politieke verdeeldheid

‘Als je je ziel verkoopt aan een populistische en nationalistische partij met veel klimaatontkenners, is dit het resultaat’, verklaarde klimaatwoordvoerder van de Centrumpartij Rickard Nordin in een reactie op het voornemen van de regering. De minderheidscoalitie leunt op de steun van de radicaal-rechtse Zweden Democraten, waarvan een aantal partijleden de klimaatcrisis of de ernst ervan ontkent. En dat is te zien aan de begroting; het milieu en klimaat komen er voor Zweedse begrippen bekaaid af.

‘Al sinds de jaren zeventig is kernenergie een hoofdthema in de Zweedse energiepolitiek en verdeelt het onderwerp het politieke landschap’, zegt Lars Nilsson, hoogleraar milieustudies aan de universiteit van Lund en lid van de Europese Klimaatadviesraad.

Na het referendum in 1980 werden zes van de twaalf kernreactoren stopgezet. De laatste zes staan in drie gemeenten en leveren tezamen 30% van de Zweedse elektriciteit. De Zweedse regering verklaarde bij het sluiten van de energieovereenkomst in 2016 moeite te hebben ‘levensvatbare, alternatieve energiebronnen’ te vinden ter vervanging van kernenergie. Vooral ‘gedurende de overgangsfase waarin hernieuwbare energiebronnen als zon en wind nog niet compleet in de behoefte kunnen voorzien’.

Behoefte aan stabiel beleid

Toen in 2016 besloten werd de verouderde reactoren te vervangen in plaats van te sluiten, bedong de toen rood-groene regering dat het maximumaantal reactoren op tien kwam te liggen en dat deze alleen konden worden gebouwd op de drie locaties van de huidige centrales. Ook kwamen de partijen overeen dat de kernenergieproductie — in tegenstelling tot die van wind- en zonne-energie — geen aanspraak kon maken op subsidies. Kernenergie zou zo vanzelf overbodig worden, was de gedachte.

‘Wat er nu gebeurt, is symbool- en identiteitspolitiek pur sang’, meent Nilsson. Tijdens de verkiezingscampagne drong de minderheidscoalitie aan op nucleair en ‘nu hebben ze iets waar te maken’. De hoogleraar betwijfelt of de installatie van tien nieuwe reactoren wenselijk of realistisch is.

‘De kern van het probleem is dat de economische en politieke risico’s van de aanbouw van nieuwe reactoren te groot zijn, tenzij de overheid verreikende garanties biedt. Op dit moment hebben we een pronucleaire regering. Maar wat als een regering over vijf of tien jaar minder positief tegenover kernenergie staat?’

Historisch is Zweden altijd goed geweest in het voeren van partijoverstijgende energiepolitiek van de lange adem, meent Nilsson. ‘Het huidige kabinet wijkt daarvan af. Vanaf de buitenkant is het moeilijk met zekerheid te zeggen in hoeverre de regering beloftes probeert na te komen of dat ze daadwerkelijk gelooft in de komst van zo veel nieuwe reactoren.’

Bedrijven hebben behoefte aan stabiel beleid. De staalindustrie zet in op groene waterstof ter vervanging van steenkool en daarvoor heeft de sector binnen afzienbare tijd elektriciteit nodig. De industrie geeft aan niet te kunnen wachten op nieuwe reactoren en wil dat de overheid in plaats daarvan het elektriciteitsnet en de windenergieproductie uitbreidt.

Daarbij leert de ervaring dat aan de bouw van reactoren een fors prijskaartje hangt. Recente Europese voorbeelden zijn ontmoedigend. Zowel in Finland als in het Verenigd Koninkrijk gaat de installatie van nieuwe reactoren gepaard met oponthoud en hoge kosten. De bouw van de Olkiluoto 3 kernreactor in Finland moest binnen vier jaar zijn afgerond, maar trad pas in april van dit jaar (veertien jaar te laat) in werking. De kosten: zo’n €11,5 mrd, in plaats van de geraamde €3,5 mrd.

Ook de installatie van de kerncentrale Hinkley Point C in Engeland is onderhevig aan kostenstijgingen en vertragingen. De initiële begroting van £18 mrd (ruim €20 mrd) is bijgesteld naar £32 mrd (bijna €37 mrd). ‘Subsidies niet nodig’

In mei begrootte energieadviesbureau Wood Mackenzie in een rapport dat de kosten van elektriciteit uit kernenergie ‘minstens vier keer zo hoog zijn als die van wind- en zonne-energie’, als je zowel bouw- en exploitatiekosten in ogenschouw neemt. De Britse regering heeft het marktrisico voor beleggers weggenomen door eenprijs van £92,5 per megawattuur te garanderen gedurende 35 jaar. Zonder die zeer controversiële garantie, zegt Nilsson, zou niemand het in zijn hoofd hebben gehaald een nieuwe kerncentrale uit de grond te stampen. Klimaatminister: subsidies of prijsgaranties niet nodig zodra wettelijke belemmeringen zijn geschrapt

Om in Zweden investeerders zover te krijgen zou ook de regering hier garanties moeten bieden, meent Nilsson. ‘En dat is in strijd met het heersende principe van technologieneutraliteit.’ Bovendien komen de kosten waarschijnlijk disproportioneel bij de Zweedse belastingbetaler terecht. Klimaatminister Pourmokhtari stelt dat subsidies of prijsgaranties niet nodig zijn zodra de wettelijke belemmeringen zijn geschrapt.

Er wordt door verschillende landen veel onderzoek gedaan voor de ontwikkeling van kleine modulaire reactoren die goedkoper en makkelijker te plaatsen zijn. ‘Maar’, zegt Nilsson, ‘ze bestaan nog niet. De ontwikkeling ervan vergt zeker tien jaar, terwijl we op een punt zijn beland waarop we nu iets moeten doen.’

En dan zijn er volgens Nilsson de veiligheidsrisico’s: wat te doen met kernafval, het risico van ongelukken en nucleaire proliferatie? ‘Op deze vlakken komt een enorme verantwoordelijkheid bij de overheid te liggen. Is ze bereid die te nemen?’ Kernenergie als systeemoplossing

Het Zweedse ministerie van energie herinnert aan de ‘ernstige gevolgen voor ons energiesysteem’ toen zes van de twaalf kerncentrales werden gesloten, en benoemt onder meer ‘knelpunten in de transmissie, hogere prijzen en gebrek aan capaciteit’.

‘Het doel is de nucleaire industrie in Zweden te herstellen. We hebben een trotse nucleaire geschiedenis. Er is een goede basis om bedrijven en experts op dit gebied aan te trekken.’

‘We zijn bezig met de herziening van het systeem voor het verlenen van vergunningen voor nucleaire technologie en kerncentrales. Verder bespreken we de mogelijkheid van kredietgaranties à 400 miljard Zweedse kronen en andere maatregelen om de financiële risico’s te verkleinen.’

Carl Berglöf, adviseur inzake kernenergie bij Energiföretagen, de belangenorganisatie van de energiesector, zegt dat ‘nucleair niet alleen energie in het systeem brengt, het brengt ook stabiliteit en controle die de operationele veiligheid van het transmissiesysteem vergroot. Kernenergie is dus een systeemoplossing. Daarom is het logisch dat de regering de ontwikkeling van nieuwe kerncentrales ondersteunt.’

Berglöf: ‘Zolang zowel de nucleaire industrie als de staat alles doen wat nodig is voor een soepel proces — bijvoorbeeld in de vorm van vergunningsprocedures en geschikte financiering — is er een goede mogelijkheid voor nieuwe kerncentrales.’