In het kort
- De geraamde kosten voor het aansluiten van windparken op zee zijn enorm hard gestegen het afgelopen jaar.
- Daardoor zijn consumenten in de toekomst een stuk duurder uit.
- Demissionair minister Jetten poogt de stijging te beperken door windparken een langere levensduur te geven, waardoor afschrijvingen lager worden.
Stroom wordt mogelijk een stuk duurder door tegenvallende hoge kosten voor de aansluiting van grote windparken op zee. Dat schrijft demissionair minister van Klimaat, Rob Jetten, maandag aan de Tweede Kamer. In een berekening van vorig jaar kwamen de verwachte kosten voor de periode van 2032 tot 2057 op €2 mrd per jaar, maar na een nieuwe raming blijkt dat €3,6 mrd per jaar te worden. Daarmee komen de aansluitingskosten voor alle windparken op zee die voor 2031 gepland zijn op €90 mrd te liggen, €40 mrd hoger dan vorig jaar geraamd. Hierdoor zal de energierekening op termijn ‘substantieel’ kunnen gaan stijgen.
Het kabinet wil na 2031 de capaciteit uitbouwen naar 70 GW in 2050. De kosten voor de aansluiting van die extra 49 GW zitten nog niet in deze kostenraming. Hoger uit door uitsluiten China
De hogere kosten vertalen zich in gemiddeld €0,038 hogere kosten per getransporteerde kilowattuur (kWh) over het net op zee. Dat is iets meer dan 10% van de stroomprijs die iemand met een dynamisch stroomcontract dinsdag betaalt.
De enorme kostenstijging is te wijten aan een reeks factoren, waaronder gestegen grondstoffenprijzen, personeelskosten en het uitsluiten van leveranciers uit risicolanden. Vorig jaar bepaalde het kabinet dat Chinese partijen niet meer mogen meedingen in aanbestedingen van netbeheerder TenneT voor de aanleg van essentiële delen van het elektriciteitsnetwerk. Volgens minister Jetten levert hun deelname te grote risico’s voor de staatsveiligheid op. Daardoor is TenneT duurder uit, maar hebben de projecten wel ‘een positieve impact op de Europese en Nederlandse waardeketens’.
Hogere rentes spelen parten
Vooral de financieringskosten in de vorm van hogere rentes spelen TenneT parten. ‘Dit is de belangrijkste oorzaak voor de gestegen jaarlijkse kosten’, schrijft de minister. ‘De toezichthouder Autoriteit Consument & Markt gebruikt de rentes op de kapitaalmarkt om te bepalen wat de financieringskosten zijn van TenneT. In de geactualiseerde kostenraming wordt aangenomen dat de financieringskosten structureel hoger blijven.’
Daarbovenop komen nog hogere kosten voor de exploitatie van het elektriciteitsnetwerk. De operationele kosten (onderhoud, zogeheten netverliezen en de niet-beschikbaarheid van het net) zijn hoger ingeschat door de bijgestelde schattingen van toekomstige elektriciteitsprijzen en de gestegen inflatie. Toekomstige elektriciteitsprijzen werken namelijk door in de vergoedingen die TenneT moet betalen voor netverliezen en in gevallen dat het net niet beschikbaar is. Deze operationele kosten hebben volgens Jetten een relatief kleine impact op de gestegen jaarlijkse kosten. Bouw van nieuwe windparken ‘niet in gevaar’
De minister zegt in gesprek te zijn met netbeheerder TenneT om de doorwerking van de hogere kosten in het nettarief te drukken. Ook voor de windparken die na 2031 moeten worden gebouwd. ‘Gelet op de huidige en mogelijke toekomstige investeringen, is het van belang dat de aanleg van het op zee voor Nederland ook betaalbaar blijft’, aldus Jetten.
Hij ziet een vijftal mogelijkheden. Eén daarvan is het ‘optimaal benutten van het net op zee’, waarbij de vergunningen voor de windparken voor veertig jaar worden verleend. Een andere mogelijkheid, mogelijk vanaf 2030, is het omzetten van de opgewekte energie in waterstof, waarvoor minder investeringen nodig zijn. In hoeverre deze oplossingen daadwerkelijk de kosten zullen drukken, is nog onduidelijk.
Jetten verwacht niet dat de hogere kosten en rentelasten windparkexploitanten zullen afschrikken waardoor de bouw van nieuwe windparken in gevaar komt. In het Verenigd Koninkrijk mislukte vorige maand een grote aanbesteding voor hernieuwbare energie en bracht geen enkel bedrijf een bod uit om een groot windpark in zee te bouwen. Ook trok Vattenfall zich terug uit een al vergund project. In de VS kampen offshore windparkontwikkelaars met soortgelijke problemen. De eerstvolgende Nederlandse tender is voor IJmuiden Ver begin 2024.
‘Door de vormgeving van de Nederlandse vergunningverleningsprocedures acht ik de kans op het mislukken van de vergunningverlening klein’, schrijft minister Jetten. Als reden noemt hij dat windparkontwikkelaars worden ‘beloond’ voor het investeren in maatschappelijke doelstellingen op het gebied van ruimtelijke inpassing, zoals ecologie, de inpassing in het energiesysteem en maatschappelijk verantwoorde productie. ‘Bij het doen van een financieel bod kunnen ze voldoende rekening houden met hun businesscase’, stelt Jetten.
€90 miljard. Dat zijn 11 EPR’s, misschien wel meer, die gezamelijk 275 TWh aan elektriciteit en lage temperatuur warmte kunnen leveren. Oftewel 50% van de elektriciteit en 40% van de totale energiebehoefte tegen 2050.
En dit gaat alleen over de infrastructuur van wind-op-zee he? Wat een klucht.